Tiel - Plein - (De) Harmonie0000.0011

 

 Literatuur

 

- “Bouw Harmonie kan doorgaan”, De Gelderlander. 25-08-1998

- Raad van State, Afdeling Bestuursrechtspraak, “Uitspraak van de voorzitter [...] met betrekking tot de hoger beroepen van: 1. N.A. van Leeuwen en Y.D.M. van Leeuwen-Nuyten te Tiel, en 2. de Vereniging Oudheidkamer voor Tiel en omstreken te Tiel, verzoekers – tegen de uitspraak van de arrondissementsrechtbank te Arnhem van 18 februari 1999, in het geding tussen: verzoekers en burgemeester en wethouders van Tiel”, d.d. 03-06-1999, nr K01.99.0041 (betreft bouwplan Plein 63 tot en met 73, “De Harmonie”.
Het conflict betreft de interpretatie van de voorschriften t.a.v. de bovenste bouwlaag en de goothoogte daarvan. Hier “mag de goot- en/of bouwhoogte van gebouwen niet meer en niet minder bedragen dan op de plankaart is aangegeven”, te weten tussen de 6 en 9 meter. Volgens de voorschriften “kan de totale bouwhoogte één bouwlaag meer bedragen dan de goothoogte aangeeft, onder de voorwaarde dat die extra bouwlaag wordt gerealiseerd in de vorm van een kap of van een teruggeplaatste verdieping. In deze gevallen kan het gewenst zijn dat nadere eisen worden gesteld aan de toegepaste kapvorm of aan de mate waarin de bovenste verdieping wordt teruggeplaatst”. B&W hebben hier geen nadere eisen gesteld. De voorschiften staan in zo’n geval toe dat “de bouwhoogte de maximale goothoogte mag bedragen, vermeerderd met de hoogte van de extra bouwlaag”. Van het bouwplan wordt onder meer gezegd: “Het beoogde gebouw bestaat uit vier verdiepingen en heeft een maximale hoogte van circa 11,80 meter boven peil. Op de begane grond zijn de garage en de commerciële unit gesitueerd en op de tweede, derde en vierde verdieping bevinden zich de vijf woningen [opmerking: er wordt geen ‘eerste verdieping’ benoemd, bedoeld wordt kennelijk ‘vier bouwlagen’, dus drie verdiepingen. De ‘vierde verdieping’ is dus de vierde bouwlaag, oftewel de derde verdieping – jp0111]. De woningen zijn elk voorzien van een balkon op de vierde verdieping, ten behoeve waarvan de voorgevel van deze hoogste bouwlaag is teruggeplaatst over een afstand van ruim 4,5 meter. Deze terugplaatsing van de voorgevel van de hoogste bouwlaag wordt vier maal onderbroken voor de trapombouwen, waarvan er drie een breedte hebben van circa 1,35 meter en één van circa 2,70 meter. Deze trapombouwen Zijn teruggeplaatst over circa 10 centimeter, zo is ter zitting gebleken. Een van de andere gevels is bovendien ter hoogte van de vierde verdieping teruggeplaatst over circa 30 centimeter.” Boven de hele terugplaatsing van de voorgevel bevindt zich een horizontaal rooster op kolommen.
Bestreden wordt nu de uitspraak van de rechtbank “dat de aanwezigheid van de genoemde trapombouwen op de bovenste verdieping, gezien de relatief geringe breedte hiervan ten opzichte van de totale gevelbreedte, niet wezenlijk afbreuk doet aan het feit dat de bovenste verdieping onmiskenbaar is teruggeplaatst. Evenmin kan hieraan afdoen de omstandigheid dat aan de zijgevels geen en aan de zijde van de Zoutkeetstraat slechts een geringe terugplaatsing heeft plaatsgevonden”
”Naar het voorlopig oordeel van de Voorzitter is gerede twijfel mogelijk of het oordeel van de rechtbank – inhoudende dat in dit geval sprake is van een teruggeplaatste verdieping – in hoofdzaak stand zal kunnen houden. Daarbij heeft de Voorzitter in aanmerking genomen dat de extra bouwlaag een zeer massief karakter heeft.”. Beslissing: schorsing van de verleende bouwvergunning van 18-11-1997, “zoals gewijzigd bij de beslissing op bezwaar van 11 augustus 1998”; B & W moeten alle proceskosten vergoeden.)